Met de functie Weeknummer wordt het weeknummer voor een datum opgehaald. In Excel heeft iedere datum, vanaf 1januari 1900 een getal. Zo is 1 januari 1900 het getal 1 en bijv 25 mei 1958 het getal 21330. Op basis van dit getal kan Excel bepalen welke weeknummer 25 mei 1958 heeft.
De functie WEEKNUMMER heeft de volgende argumenten:
Serieel getal | Dit is een getal groter dan 1 of en datum. Het kan ook een verwijzing zijn naar een cel met als inhoud een getal of datum. |
Type resultaat | Dit argument is optioneel. Hier vul je een getal in dat bepaalt op welke dag de week begint. De waarde kan zijn leeg, 1 of 2.
|
Je hebt een reeks data waarvan je wilt weten in welke week ze vallen zodat je op basis van weeknummers bijvoorbeeld bedragen kunt optellen.
In onderstaande voorbeeld staan verschillende data in kolom A. In kolom B staan de verkopen per dag. In kolom C wil je de weeknummers hebben staan die behoren bij de data in kolom A. Wil je nu totalen hebben per week dan zou je nu heel goed gebruik kunnen maken van een draaitabel of van subtotalen. Dit wordt elders uitgelegd.
In cel C1 staat de formule “=WEEKNUMMER(A2;1)”. Deze formule is gekopieerd naar de cellen eronder zodat nu in kolom C overal de functie Weeknummer staat. Nadat je de formule hebt gekopieerd zie je direct de weeknummers in kolom C staan.
Je kan er ook voor kiezen om dit met behulp van de formulebouwer te doen. Selecteer cel C2 en klik in de formulebalk op ”fx”:
Zoek vervolgens in de formulebouwer op ”WEEKNUMMER” en klik op ”ok”:
Bij serieel_getal vul je cel A2 in (dit is de cel waar de datum staat waar je het weeknummer van wilt weten) en bij type_resultaat vul je een 1 of 2 in (in dit voorbeeld kiezen we voor 1: dus dat de week op zondag begint).